Information about the word wegkomen (Dutch → Esperanto: eskapi)

Synonyms: ervandoor gaan, ontgaan, ontkomen, ontsnappen, ontglippen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈʋɛxkomə(n)/
Hyphenationweg·ko·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kom weg(ik) kwam weg
(jij) komt weg(jij) kwam weg
(hij) komt weg(hij) kwam weg
(wij) komen weg(wij) kwamen weg
(jullie) komen weg(jullie) kwamen weg
(gij) komt weg(gij) kwaamt weg
(zij) komen weg(zij) kwamen weg
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) wegkome(dat ik) wegkwame
(dat jij) wegkome(dat jij) wegkwame
(dat hij) wegkome(dat hij) wegkwame
(dat wij) wegkomen(dat wij) wegkwamen
(dat jullie) wegkomen(dat jullie) wegkwamen
(dat gij) wegkomet(dat gij) wegkwamet
(dat zij) wegkomen(dat zij) wegkwamen
Participles
Present participlePast participle
wegkomend, wegkomende(zijn) weggekomen

Usage samples

Er is een andere manier om hier weg te komen, ook al zal die je waarschijnlijk niet aanstaan.

Translations

Afrikaansontsnap
Catalandefugir; eludir; evadir
Danishundfly; undkomme
Englishget away
Esperantoeskapi
Faeroesesleppa
Finnishpäästä karkuun
Frenchéchapper; s’échapper
Germanentkommen; entrinnen; entwischen; entfliehen; fliehen; entgehen; ausweichen
Jamaican Patoisekskiep
Papiamentohui
Portugueseescapar; escapar de
Romanianevada; fugi
Spanishescapar
Swedishrymma; undkomma
West Frisianûntkomme