Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|---|
Uitspraak | /vərˈbeldɪŋsrɛi̯k/ |
Afbreking | ver·beel·dings·rijk |
Stellende trap | verbeeldingsrijk |
---|---|
Vergrotende trap | verbeeldingsrijker |
Overtreffende trap | verbeeldingsrijkst |
Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Predicatief | verbeeldingsrijk | verbeeldingsrijker | (het) verbeeldingsrijkst, (het) verbeeldingsrijkste | |||
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | verbeeldingsrijke | verbeeldingsrijkere | verbeeldingsrijkste | |
Onzijdig enkelvoud | verbeeldingsrijk | verbeeldingsrijker | verbeeldingsrijkst | |||
Meervoud | verbeeldingsrijke | verbeeldingsrijkere | verbeeldingsrijkste | |||
Bepaald | verbeeldingsrijke | verbeeldingsrijkere | verbeeldingsrijkste | |||
Partitief | verbeeldingsrijks | verbeeldingsrijkers |
Esperanto | fantaziriĉa |
---|