Informatie over het woord overlijden (Nederlands → Esperanto: forpasi)

Synoniemen: aftrekken, sterven, vergaan, verscheiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈlɛi̯də(n)/
Afbrekingover·lij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) overlijd(ik) overleed
(jij) overlijdt(jij) overleed
(hij) overlijdt(hij) overleed
(wij) overlijden(wij) overleden
(jullie) overlijden(jullie) overleden
(gij) overlijdt(gij) overleedt
(zij) overlijden(zij) overleden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overlijde(dat ik) overlede
(dat jij) overlijde(dat jij) overlede
(dat hij) overlijde(dat hij) overlede
(dat wij) overlijden(dat wij) overleden
(dat jullie) overlijden(dat jullie) overleden
(dat gij) overlijdet(dat gij) overledet
(dat zij) overlijden(dat zij) overleden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
overlijdoverlijdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overlijdend, overlijdende(zijn) overleden

Voorbeelden van gebruik

Zijn vrouw is overleden.
Michail Gorbačëv, de laatste president van de Sovjet‐Unie, is dinsdag overleden.
Ze werd naar een ziekenhuis gebracht, waar ze in de loop van de dag overleed.
Hij kan intussen wel overleden zijn.
Het laatste slachtoffer overleed in juni.

Vertalingen

Afrikaanssterf
Engelsdecease; pass away
Esperantoforpasi
Fransdécéder
Maleismeninggal
Portugeesandar; decorrer; passar‐se
Westerlauwers Friesferstjerre