Informatie over het woord steken (Nederlands → Esperanto: esti enigita)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/stekə(n)/
Afbrekingste·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) steek(ik) stak
(jij) steekt(jij) stak
(hij) steekt(hij) stak
(wij) steken(wij) staken
(jullie) steken(jullie) staken
(gij) steekt(gij) stakt
(zij) steken(zij) staken
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) steke(dat ik) stake
(dat jij) steke(dat jij) stake
(dat hij) steke(dat hij) stake
(dat wij) steken(dat wij) staken
(dat jullie) steken(dat jullie) staken
(dat gij) steket(dat gij) staket
(dat zij) steken(dat zij) staken
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stekend, stekende(zijn) gestoken

Voorbeelden van gebruik

Het zwaard aan zijn zijde stak in een schede van rood leer.

Vertalingen

Duitsstecken
Engelsbe stuck
Esperantoesti enigita