Informatie over het woord apeboom (Nederlands → Esperanto: ĉilia araŭkario)

Synoniemen: apetreiter, araucaria, slangenden

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈapəbom/
Afbrekingape·boom
Geslachtmanlijk
Meervoudapebomen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
apeboompjeapeboompjes

Vertalingen

Catalaansaraucària de Xile; pi de Xile
Deensabetræ; abernes skræk
DuitsChilenische Araukarie; Andentanne; Chiletanne; Schlangenbaum; Schuppentanne; Affenschwanzbaum; chilenische Schmucktanne
Engelsmonkey‐puzzle; Chilean pine; monkey‐puzzle tree; monkey tail tree
Esperantoĉilia araŭkario
Faeröersaputræ
Finschilenaraukaria
Fransaraucaria du Chili; désespoir des singes
Hongaarschilei araukária
IJslandsapahrellir
Italiaansalbero della scimmia; araucaria del Cile; pino del Cile
LuxemburgsAfebam
Noorsapeskrekk; skjellgran
Poolsaraukaria chilijska; igława chilijska
Portugeesaraucária‐chilena
Russischараукария чилийская
Spaansaraucaria; pehuén; pino chileno; pino de brazos; pino araucaria; piñonero
Tsjechischaraukárie chilská; blahočet chilský
TurksŞili arokaryası
Welscas gan fwnci
Zweedsbrödgran; apskräck