Informatie over het woord bui (Nederlands → Esperanto: ekpluvo)

Synoniem: regenbui

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bœy̯/
Afbrekingbui
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudbuien

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
buitjebuitjes

Voorbeelden van gebruik

Ook overstroomde het riool op verschillende plekken in de stad als gevolg van zware buien.
Ik zou maar naar binnen gaan, want dit kan weleens een flinke bui worden.
De buien beginnen in de ochtend en verspreiden zich vanuit Zeeland over het hele land.

Vertalingen

Afrikaansreënbui
Engelsshower
Esperantoekpluvo
Fransgiboulée
Italiaansacquazzone
Spaansaguacero
Thaisห่าฝน