Informatie over het woord artisjok (Nederlands → Esperanto: artiŝoko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɑrtiˈsjɔk/
Afbrekingar·ti·sjok
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudartisjokken

Voorbeelden van gebruik

Ze smaken volgens sommigen naar artisjok.

Vertalingen

Catalaanscarxofa; escarxofa
Deensartiskok
DuitsArtischocke
Engelsartichoke
Esperantoartiŝoko
Zweedskronärtskocka