Informatie over het woord zingen (Nederlands → Esperanto: kantado)

Synoniemen: gefluit, gezang, zang

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzɪŋə(n)/
Afbrekingzin·gen
Geslachtonzijdig
Meervoudzingen

Voorbeelden van gebruik

De tijd die het nog duurt voordat de trein in Lourdes is, wordt gedood met het zingen van liedjes.
Zijn ze aan het zingen?

Vertalingen

DuitsGesang; Singen
Engelssinging
Esperantokantado
Latijncantus; carmen
Nederduitssingen
SaterfriesSong
Schots-Gaelischseinn
Sranansingi
Westerlauwers Friesgesang; sang; sjongen
Zweedssång