Informatie over het woord wecken (Nederlands → Esperanto: konfiti)

Synoniemen: inleggen, inmaken, konfijten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛkə(n)/
Afbrekingwec·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) weck(ik) weckte
(jij) weckt(jij) weckte
(hij) weckt(hij) weckte
(wij) wecken(wij) weckten
(jullie) wecken(jullie) weckten
(gij) weckt(gij) wecktet
(zij) wecken(zij) weckten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wecke(dat ik) weckte
(dat jij) wecke(dat jij) weckte
(dat hij) wecke(dat hij) weckte
(dat wij) wecken(dat wij) weckten
(dat jullie) wecken(dat jullie) weckten
(dat gij) wecket(dat gij) wecktet
(dat zij) wecken(dat zij) weckten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
weckweckt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
weckend, weckende(hebben) geweckt

Voorbeelden van gebruik

Het is een genot om een goede voorraad zelf geweckt voedsel te hebben.

Vertalingen

Catalaansconfitar
Duitseinlegen; einmachen; mit Zucker einmachen
Engelsput up; process
Esperantokonfiti
Faeröerssjóða niður; súlta
Fransconfire
Saterfriesienlääse; iensätte; ounsätte
Spaansconfitar; hacer confitura