Informatie over het woord protegeren (Nederlands → Esperanto: protekti)

Synoniemen: behoeden, beschermen, bewaren, dekken, sauveren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/proteˈzjeːrə(n)/
Afbrekingpro·te·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) protegeer(ik) protegeerde
(jij) protegeert(jij) protegeerde
(hij) protegeert(hij) protegeerde
(wij) protegeren(wij) protegeerden
(jullie) protegeren(jullie) protegeerden
(gij) protegeert(gij) protegeerdet
(zij) protegeren(zij) protegeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) protegere(dat ik) protegeerde
(dat jij) protegere(dat jij) protegeerde
(dat hij) protegere(dat hij) protegeerde
(dat wij) protegeren(dat wij) protegeerden
(dat jullie) protegeren(dat jullie) protegeerden
(dat gij) protegeret(dat gij) protegeerdet
(dat zij) protegeren(dat zij) protegeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
protegeerprotegeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
protegerend, protegerende(hebben) geprotegeerd

Voorbeelden van gebruik

Zij heeft hem geprotegeerd en ze heeft enorm veel invloed in deze streken.

Vertalingen

Catalaansprotegir
Deensbeskytte
Duitsbegünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen
Engelsprotect
Engels (Oudengels)mundbyrdan
Esperantoprotekti
Faeröerstaka sær av; verja
Finssuojella
Fransabriter; assurer; garantir; protéger
IJslandsvarða
Italiaansproteggere
Luxemburgsschützen
Nederduitsbeskarmen
Papiamentsprotehá
Portugeesproteger
Saterfriesbegunstigje; beschutsje; beskutsje; protektierje; skutsje
Spaansprotectar; proteger
Tsjechischhájit; chránit; ochraňovat
Westerlauwers Friesbeskermje; dekke
Zweedsbeskydda; freda; skydda; värja; värna