Synoniem: overbruggen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ovərˈspɑnə(n)/ |
Afbreking | over·span·nen |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) overspant | (hij) overspande |
(zij) overspannen | (zij) overspanden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) overspanne | (dat hij) overspande |
(dat zij) overspannen | (dat zij) overspanden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
overspannend, overspannende | (hebben) overspannen |
Engels | bridge |
---|---|
Esperanto | transponti; superponti |