Informo pri la vorto weggaan (nederlanda → esperanto: ekiri)

Sinonimoj: opstappen, op weg gaan, tijgen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈʋɛɣan/
Dividoweg·gaan

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ga weg(ik) ging weg
(jij) gaat weg(jij) ging weg
(hij) gaat weg(hij) ging weg
(wij) gaan weg(wij) gingen weg
(jullie) gaan weg(jullie) gingen weg
(gij) gaat weg(gij) gingt weg
(zij) gaan weg(zij) gingen weg
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) wegga(dat ik) wegginge
(dat jij) wegga(dat jij) wegginge
(dat hij) wegga(dat hij) wegginge
(dat wij) weggaan(dat wij) weggingen
(dat jullie) weggaan(dat jullie) weggingen
(dat gij) weggaat(dat gij) wegginget
(dat zij) weggaan(dat zij) weggingen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ga weggaat weg
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
weggaand, weggaande(zijn) weggegaan

Tradukoj

anglaset off; start; start out
esperantoekiri
feroafara til gongu
francapartir
germanalosgehen; aufbrechen; loslaufen; losfahren; starten; ins Rollen kommen
hispanaarrancar; partir; salir
okcidenta frizonaôfsette; ôfstekke
portugalapôr‐se a caminho; pôr‐se em marcha