Informasie oor die woord centen (Nederlands → Esperanto: mono)

Sinonieme: geld, doekoe, poen, pegels

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈsɛntə(n)/
Afbrekingcen·ten

Voorbeelde van gebruik

En om twaalf uur moet ik centen hebben, anders gaat het schip aan de ketting.

Vertalinge

Afrikaansgeld
Albaniesholla
Deenspenge
DuitsGeld
Engelsmoney
Engels (Ou Engels)feoh
Esperantomono
Faroëespeningur
Finsraha
Fransargent; monnaie
Italiaansdenaro; soldi
Jiddisjגעלט
Katalaansdiner
Latynaes; pecunia
Maleisduit; uang; yang
Nederduitscenten; cinten
Noorspenger
Papiamentsplaka; sèn
Poolspieniądze
Portugeesdinheiro
Roemeensbani
SaterfriesJäild
Skots-Gaeliesairgead
Spaansdinero
Srananmoni; paysa
Swahilifedha
Sweedsmynt; pengar
Thaiเงิน; เงินทอง
Tsjeggiespeníze
Turksakçe; para
Walliesarian
Wes‐Friesjild; sinten
Yslandspeningar