Informatie over het woord hoorn (Nederlands → Esperanto: korno)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦorᵊn/
Afbrekinghoorn
Geslachtmanlijk
Meervoudhoorns, hoornen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
hoorntjehoorntjes

Voorbeelden van gebruik

We hadden evengoed op een hoorn kunnen blazen om ons vertrek aan te kondigen.
Voor deze ingang blies de tempelier luid op zijn hoorn, want de regen, die al enige tijd had gedreigd, begon nu hevig te vallen.
Aan de achterkant van die boom hangt een koperen hoorn.
Mijn hand gleed naar de gebogen hoorn aan mijn zijde.

Vertalingen

Deenshorn
Esperantokorno
Zweedshorn