Informo pri la vorto bloesemen (nederlanda → esperanto: flori)

Sinonimo: bloeien

Vortspecoverbo
Prononco/ˈblusəmə(n)/
Dividobloe·se·men

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) bloesemt(hij) bloesemde
(zij) bloesemen(zij) bloesemden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) bloeseme(dat hij) bloesemde
(dat zij) bloesemen(dat zij) bloesemden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bloesemend, bloesemende(hebben) gebloesemd

Uzekzemploj

Het werd al een beetje fris, maar toch niet te erg en zij genoot van de geuren van de bloesemende planten.

Tradukoj

afrikansoblom
anglabloom; flower; blossom
ĉeĥakvést
danablomstre
esperantoflori
francafleurir
germanablühen; in der Blüte stehen
hispanaflorecer
italafiorire
jidaבליִען
katalunaflorir
kimrablodeuo
luksemburgiabléien
papiamentofloria
polakwitnąć
portugalaflorescer; florir
rumanaînflori
saterlanda frizonabloie
svedablomma