Informatie over het woord aanleggen (Nederlands → Esperanto: ekceli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanlɛɣə(n)/
Afbrekingaan·leg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leg aan(ik) legde aan
(jij) legt aan(jij) legde aan
(hij) legt aan(hij) legde aan
(wij) leggen aan(wij) legden aan
(jullie) leggen aan(jullie) legden aan
(gij) legt aan(gij) legdet aan
(zij) leggen aan(zij) legden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanlegge(dat ik) aanlegde
(dat jij) aanlegge(dat jij) aanlegde
(dat hij) aanlegge(dat hij) aanlegde
(dat wij) aanleggen(dat wij) aanlegden
(dat jullie) aanleggen(dat jullie) aanlegden
(dat gij) aanlegget(dat gij) aanlegdet
(dat zij) aanleggen(dat zij) aanlegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leg aanlegt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanleggend, aanleggende(hebben) aangelegd

Voorbeelden van gebruik

Enkelen legden reeds aan.
Maar hoe leggen we dat aan?

Vertalingen

Engelsaim; take aim
Esperantoekceli