Informatie over het woord 'rondkuieren' [dut] (epo: pasumi sencele)

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(ik) kuier rond	(ik) kuierde rond
(jij) kuiert rond	(jij) kuierde rond
(hij) kuiert rond	(hij) kuierde rond
(wij) kuieren rond	(wij) kuierden rond
(jullie) kuieren rond	(jullie) kuierden rond
(gij) kuiert rond	(gij) kuierdet rond
(zij) kuieren rond	(zij) kuierden rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(dat ik) rondkuiere	(dat ik) rondkuierde
(dat jij) rondkuiere	(dat jij) rondkuierde
(dat hij) rondkuiere	(dat hij) rondkuierde
(dat wij) rondkuieren	(dat wij) rondkuierden
(dat jullie) rondkuieren	(dat jullie) rondkuierden
(dat gij) rondkuieret	(dat gij) rondkuierdet
(dat zij) rondkuieren	(dat zij) rondkuierden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/Meervoud	Meervoud
kuier rond	kuiert rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoord	Verleden deelwoord
rondkuierend, rondkuierende	(hebben) rondgekuierd