Informatie over het woord rondkruipen (Nederlands → Esperanto: ĉirkaŭrampi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔntkrœʏ̯pə(n)/
Afbrekingrond·krui·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kruip rond(ik) kroop rond
(jij) kruipt rond(jij) kroop rond
(hij) kruipt rond(hij) kroop rond
(wij) kruipen rond(wij) kropen rond
(jullie) kruipen rond(jullie) kropen rond
(gij) kruipt rond(gij) kroopt rond
(zij) kruipen rond(zij) kropen rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rondkruipe(dat ik) rondkrope
(dat jij) rondkruipe(dat jij) rondkrope
(dat hij) rondkruipe(dat hij) rondkrope
(dat wij) rondkruipen(dat wij) rondkropen
(dat jullie) rondkruipen(dat jullie) rondkropen
(dat gij) rondkruipet(dat gij) rondkropet
(dat zij) rondkruipen(dat zij) rondkropen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kruip rondkruipt rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rondkruipend, rondkruipende(hebben) rondgekropen

Voorbeelden van gebruik

Hij liet zich op de grond zakken en kroop speurend rond.

Vertalingen

Esperantoĉirkaŭrampi