Informo pri la vorto aannemen (nederlanda → esperanto: alpreni)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈanemə(n)/
Dividoaan·ne·men

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) neem aan(ik) nam aan
(jij) neemt aan(jij) nam aan
(hij) neemt aan(hij) nam aan
(wij) nemen aan(wij) namen aan
(jullie) nemen aan(jullie) namen aan
(gij) neemt aan(gij) naamt aan
(zij) nemen aan(zij) namen aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanneme(dat ik) aanname
(dat jij) aanneme(dat jij) aanname
(dat hij) aanneme(dat hij) aanname
(dat wij) aannemen(dat wij) aannamen
(dat jullie) aannemen(dat jullie) aannamen
(dat gij) aannemet(dat gij) aannamet
(dat zij) aannemen(dat zij) aannamen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
neem aanneemt aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aannemend, aannemende(hebben) aangenomen

Tradukoj

anglaaccept; assume
esperantoalpreni
francaadopter