Informatie over het woord binnenrijden (Nederlands → Esperanto: enrajdi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɪnə(n)rɛi̯də(n)/, /ˈbɪnə(n)rɛi̯jə(n)/
Afbrekingbin·nen·rij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rij binnen, rijd binnen(ik) reed binnen
(jij) rijdt binnen(jij) reed binnen
(hij) rijdt binnen(hij) reed binnen
(wij) rijden binnen(wij) reden binnen
(jullie) rijden binnen(jullie) reden binnen
(gij) rijdt binnen(gij) reedt binnen
(zij) rijden binnen(zij) reden binnen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) binnenrijde(dat ik) binnenrede
(dat jij) binnenrijde(dat jij) binnenrede
(dat hij) binnenrijde(dat hij) binnenrede
(dat wij) binnenrijden(dat wij) binnenreden
(dat jullie) binnenrijden(dat jullie) binnenreden
(dat gij) binnenrijdet(dat gij) binnenredet
(dat zij) binnenrijden(dat zij) binnenreden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rij binnen, rijd binnenrijdt binnen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
binnenrijdend, binnenrijdende(zijn) binnengereden

Voorbeelden van gebruik

De gehele nacht reden ze door en bij het aanbreken van de dag reden ze Khorai binnen.

Vertalingen

Esperantoenrajdi