Informo pri la vorto egaliseren (nederlanda → esperanto: egaligi)

Sinonimoj: gelijkmaken, vlakken

Vortspecoverbo
Prononco/eɣaliˈzerə(n)/
Dividoega·li·se·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) egaliseer(ik) egaliseerde
(jij) egaliseert(jij) egaliseerde
(hij) egaliseert(hij) egaliseerde
(wij) egaliseren(wij) egaliseerden
(jullie) egaliseren(jullie) egaliseerden
(gij) egaliseert(gij) egaliseerdet
(zij) egaliseren(zij) egaliseerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) egalisere(dat ik) egaliseerde
(dat jij) egalisere(dat jij) egaliseerde
(dat hij) egalisere(dat hij) egaliseerde
(dat wij) egaliseren(dat wij) egaliseerden
(dat jullie) egaliseren(dat jullie) egaliseerden
(dat gij) egaliseret(dat gij) egaliseerdet
(dat zij) egaliseren(dat zij) egaliseerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
egaliseeregaliseert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
egaliserend, egaliserende(hebben) geëgaliseerd

Tradukoj

anglalevel; equalize
esperantoegaligi
germanagleichmachen; gleichstellen
portugalaacertar; ajustar; igualar
svedajämna