Synonyms: bijhouden, houden, vasthouden, huldigen
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) voer | (ik) voerde |
(jij) voert | (jij) voerde |
(hij) voert | (hij) voerde |
(wij) voeren | (wij) voerden |
(jullie) voeren | (jullie) voerden |
(gij) voert | (gij) voerdet |
(zij) voeren | (zij) voerden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) voere | (dat ik) voerde |
(dat jij) voere | (dat jij) voerde |
(dat hij) voere | (dat hij) voerde |
(dat wij) voeren | (dat wij) voerden |
(dat jullie) voeren | (dat jullie) voerden |
(dat gij) voeret | (dat gij) voerdet |
(dat zij) voeren | (dat zij) voerden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
voer | voert |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
voerend, voerende | (hebben) gevoerd |
Het zijn salafisten en met die mensen is het heel erg lastig, om niet te zeggen onmogelijk, om een discussie te voeren.
De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad.