Informatie over het woord fripono

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingfri·pon·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatieffriponofriponoj
Accusatieffripononfriponojn

Vertalingen

Afrikaansboef
Albaneesçapkën
Catalaansmurri; trapella; truà
DuitsGauner; Halunke; Schuft; Schurke; Spitzbube; Falott; Schelm; Schalk; Hundsfott
Engelscheat; crook; rascal; rogue; trickster; scoundrel
Faeröersbakbeist; skálkur
Finsroisto
Grieksαθεόφοβος
Italiaansbriccone
Nederlandsboef; ellendeling; fielt; schavuit; schurk; slechtaard; smiecht; spitsboef
Papiamentsdesgrasiado; desgrasiadu; kanaya
Poolsłotr
Portugeesbilontra; gaio; maroto; patife
Russischбестия
SaterfriesGaudäif; Kloon; Skuft; Spitsbouch
Spaansbellaco; bribón; granuja
Srananabani
Westerlauwers Friesskoelje; stjonkert
Zweedsfuling; niding; slyngel; rackare; skurk