Informo pri la vorto vuil (nederlanda → esperanto: aĉa)

Sinonimoj: flut, kloten‐, kut‐, lelijk, pokken‐, rot‐, shit‐, smerig

Vortspecoadjektivo
Prononco/vœy̯l/
Dividovuil

Uzekzemploj

Op mijn eerste zeereis—ik was toen nog maar een jongen van elf—was het in de Golf van Biskaje heel vuil weer.

Tradukoj

afrikansoaaklig
anglahorrendous; horrid; lousy; no good; rotten; shitty; trashy; ugly; wretched; awful; poor
esperantoaĉa
finnahuono
francaméprisable; piètre; sans valeur; vil
germanaschlecht; mies; scheußlig
katalunadesagradable; dolent; fastigós
portugalaruim; sem valor; vil