Informatie over het woord abdiki

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingab·dik·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdabdikas
Verleden tijdabdikis
Toekomende tijdabdikos
 
Voorwaardelijke wijs
abdikus
 
Gebiedende wijs
abdiku

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdabdikantaabdikata
Verleden tijdabdikintaabdikita
Toekomende tijdabdikontaabdikota

Vertalingen

Afrikaansabdikeer
Albaneesabdikoj
Catalaansabdicar; dimitir; renunciar
Duitsabdizieren; verzichten; sein Amt niederlegen; seine Würde niederlegen; abdanken
Engelsabdicate; give up the throne
Faeröerssiga valdið frá sær
Fransabdiquer; renoncer à; se démettre de
Grieksαπαρνούμαι; εγκαταλείπω; παραιτούμαι
Hongaarslemond
Italiaansabdicare
Latijnabdicare; abire
Luxemburgsofdanken
Nederlandsabdiceren; abdiqueren; troonsafstand doen
Papiamentsabdiká
Portugeesabdicar; demitir‐se
Russischотречься
Saterfriesabdizierje; outonkje
Spaansabdicar; dimitir
Zweedsabdikera