Informatie over het woord fraŭdo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingfraŭd·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatieffraŭdofraŭdoj
Accusatieffraŭdonfraŭdojn

Vertalingen

DuitsBetrug; Täuschung; Hinterziehung
Engelsfraud
Italiaansfrode; scroccone
Nederlandsflessentrekkerij; fraude; geknoei; gesjoemel; zwendel
Spaansestafa; timo; leva; embelequería
Westerlauwers Friesbedroch