Informatie over het woord fraŭdi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfraŭd·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdfraŭdas
Verleden tijdfraŭdis
Toekomende tijdfraŭdos
 
Voorwaardelijke wijs
fraŭdus
 
Gebiedende wijs
fraŭdu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdfraŭdantafraŭdata
Verleden tijdfraŭdintafraŭdita
Toekomende tijdfraŭdontafraŭdota

Vertalingen

Duitsbetrügen; täuschen; umgehen; hinterziehen
Engelsdefraud; swindle; bilk
Faeröersfalsa; svíkja
Fransfrauder
Nederlandsfrauderen; knoeien; zwendelen; bezwendelen
Portugeesdefraudar
Spaansdefraudar; estafar