Informatie over het woord stellen (Nederlands → Esperanto: aserti)

Synoniemen: beweren, poneren, verzekeren, claimen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɛlə(n)/
Afbrekingstel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stel(ik) stelde
(jij) stelt(jij) stelde
(hij) stelt(hij) stelde
(wij) stellen(wij) stelden
(jullie) stellen(jullie) stelden
(gij) stelt(gij) steldet
(zij) stellen(zij) stelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stelle(dat ik) stelde
(dat jij) stelle(dat jij) stelde
(dat hij) stelle(dat hij) stelde
(dat wij) stellen(dat wij) stelden
(dat jullie) stellen(dat jullie) stelden
(dat gij) stellet(dat gij) steldet
(dat zij) stellen(dat zij) stelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stelstelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stellend, stellende(hebben) gesteld

Voorbeelden van gebruik

Kiëv stelt dat Rusland de hand heeft in de protesten.
Veel politici van andere partijen stellen dat Johnson alleen spijt heeft omdat hij is betrapt.
De verdachte stelde voor de politierechter dat dit niet opzettelijk gebeurde, maar de officier van justitie trekt deze versie van het verhaal in twijfel.
Een adviseur van de Oekraïense president Volodymyr Zelensʹkyj stelde dat de Russen in de omgeving van Kiëv zaterdag geen voortuitgang hadden geboekt.

Vertalingen

Afrikaansbeweer
Catalaansafirmar; assegurar; asserir; asseverar
Deenshævde; påstå
Duitsbehaupten; versichern; beteuern
Engelsstate
Esperantoaserti
Faeröersvátta; vissa
Fransaffirmer
Hongaarsállít
IJslandsstaðhæfa
Italiaansaffermare; asserire; sostenere
Latijnautumare
Nederduitsbewären
Noorshevde; påstå
Portugeesafiançar; assegurar; asseverar; certificar; garantir; sustenar
Saterfriesbehauptje
Spaansaducir; afirmar; aseverar; sostener
Westerlauwers Friesbeweare
Zweedshävda; påstå