Informatie over het woord omhoogrijzen (Nederlands → Esperanto: leviĝi)

Synoniemen: opgaan, oprijzen, opstijgen, rijzen, stijgen, wassen, zich verheffen, de hoogte in gaan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈɦoxrɛi̯zə(n)/
Afbrekingom·hoog·rij·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rijs omhoog(ik) rees omhoog
(jij) rijst omhoog(jij) rees omhoog
(hij) rijst omhoog(hij) rees omhoog
(wij) rijzen omhoog(wij) rezen omhoog
(jullie) rijzen omhoog(jullie) rezen omhoog
(gij) rijst omhoog(gij) reest omhoog
(zij) rijzen omhoog(zij) rezen omhoog
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omhoogrijze(dat ik) omhoogreze
(dat jij) omhoogrijze(dat jij) omhoogreze
(dat hij) omhoogrijze(dat hij) omhoogreze
(dat wij) omhoogrijzen(dat wij) omhoogrezen
(dat jullie) omhoogrijzen(dat jullie) omhoogrezen
(dat gij) omhoogrijzet(dat gij) omhoogrezet
(dat zij) omhoogrijzen(dat zij) omhoogrezen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rijs omhoogrijst omhoog
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omhoogrijzend, omhoogrijzende(zijn) omhooggerezen

Voorbeelden van gebruik

Heer Bommel rees verslagen en druipend uit zijn stoel omhoog.

Vertalingen

Duitsaufgehen; sich erheben; steigen; ragen
Engelsarise; ascend; go up; rise
Esperantoleviĝi
Fransse soulever
Italiaanssalire
Papiamentssubi
Portugeeslevantar‐se
Roemeensrăsări
Saterfriesapgunge; stiege
Schots-Gaelischèirich
Spaanssubir
Thaisขึ้น
Tsjechischstoupat; vzrůstat
Westerlauwers Friesoprize; stige