Informo pri la vorto tegensporrelen (nederlanda → esperanto: rezisti)

Sinonimoj: tegenspartelen, tegenstreven, verzet bieden, weerstaan, zich verzetten, zich verzetten tegen, weerstand bieden

Vortspecoverbo
Prononco/ˈteɣə(n)spɔrələ(n)/
Dividote·gen·spor·re·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) sporrel tegen(ik) sporrelde tegen
(jij) sporrelt tegen(jij) sporrelde tegen
(hij) sporrelt tegen(hij) sporrelde tegen
(wij) sporrelen tegen(wij) sporrelden tegen
(jullie) sporrelen tegen(jullie) sporrelden tegen
(gij) sporrelt tegen(gij) sporreldet tegen
(zij) sporrelen tegen(zij) sporrelden tegen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) tegensporrele(dat ik) tegensporrelde
(dat jij) tegensporrele(dat jij) tegensporrelde
(dat hij) tegensporrele(dat hij) tegensporrelde
(dat wij) tegensporrelen(dat wij) tegensporrelden
(dat jullie) tegensporrelen(dat jullie) tegensporrelden
(dat gij) tegensporrelet(dat gij) tegensporreldet
(dat zij) tegensporrelen(dat zij) tegensporrelden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
sporrel tegensporrelt tegen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
tegensporrelend, tegensporrelende(hebben) tegengesporreld

Uzekzemploj

Die sporrelde wel tegen maar de twee rechercheurs hielden zijn armen stevig vast.

Tradukoj

anglaresist; withstand; stand
esperantorezisti
feroaseta seg uppímóti; standa ímóti
francarésister
germanasich widersetzen
hispanaoponerse; resistir
katalunaresistir
latinoresistere
papiamentoresistí; risistí
portugalafazer frente a; relutar; resistir
rusaартачиться
tajaทาน