Information about the word grootbrengen (Dutch → Esperanto: eduki)

Synonyms: dresseren, kweken, opleiden, opvoeden

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɣrodbrɛŋ/
Hyphenationgroot·bren·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) breng groot(ik) bracht groot
(jij) brengt groot(jij) bracht groot
(hij) brengt groot(hij) bracht groot
(wij) brengen groot(wij) brachten groot
(jullie) brengen groot(jullie) brachten groot
(gij) brengt groot(gij) bracht groot
(zij) brengen groot(zij) brachten groot
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) grootbrenge(dat ik) grootbrachte
(dat jij) grootbrenge(dat jij) grootbrachte
(dat hij) grootbrenge(dat hij) grootbrachte
(dat wij) grootbrengen(dat wij) grootbrachten
(dat jullie) grootbrengen(dat jullie) grootbrachten
(dat gij) grootbrenget(dat gij) grootbrachtet
(dat zij) grootbrengen(dat zij) grootbrachten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
breng grootbrengt groot
Participles
Present participlePast participle
grootbrengend, grootbrengende(hebben) grootgebracht

Usage samples

Het schijnt dat hij geboren is in de Afrikaanse jungle en grootgebracht door wilde mensapen.

Translations

Afrikaansopvoed; grootmaak
Catalaneducar
Danishopdrage
Englishbreed; bring up; raise; rear
Esperantoeduki
Faeroeseala upp; læra; venja
Finnishkasvattaa
Frenchéduquer
Germanaufziehen; bilden; erziehen; ausbilden; ziehen
Icelandicala upp
Malaydidik … mendidik
Papiamentoeduká
Portuguesecriar; educar
Romaniancrește; educa
Russianвоспитывать
Saterland Frisianapluuke; bildje; tuchtje
Spanisheducar
Swedishuppfostra
Thaiเลี้ยง; เลี้ยงดู