Information über das Wort dresseren (Niederländisch → Esperanto: eduki)

Synonyme: grootbrengen, kweken, opleiden, opvoeden

WortartVerb
Aussprache/drɛˈserə(n)/
Trennungdres·se·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) dresseer(ik) dresseerde
(jij) dresseert(jij) dresseerde
(hij) dresseert(hij) dresseerde
(wij) dresseren(wij) dresseerden
(jullie) dresseren(jullie) dresseerden
(gij) dresseert(gij) dresseerdet
(zij) dresseren(zij) dresseerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) dressere(dat ik) dresseerde
(dat jij) dressere(dat jij) dresseerde
(dat hij) dressere(dat hij) dresseerde
(dat wij) dresseren(dat wij) dresseerden
(dat jullie) dresseren(dat jullie) dresseerden
(dat gij) dresseret(dat gij) dresseerdet
(dat zij) dresseren(dat zij) dresseerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
dresseerdresseert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dresserend, dresserende(hebben) gedresseerd

Übersetzungen

Afrikaansopvoed; grootmaak
Dänischopdrage
Deutschaufziehen; bilden; erziehen; ausbilden; ziehen
Englischbreed; bring up; educate; raise; rear
Esperantoeduki
Färöerischala upp; læra; venja
Finnischkasvattaa
Französischéduquer
Isländischala upp
Katalanischeducar
Malaiischdidik … mendidik
Papiamentoeduká
Portugiesischcriar; educar
Rumänischcrește; educa
Russischвоспитывать
Saterfriesischapluuke; bildje; tuchtje
Schwedischuppfostra
Spanischeducar
Thaiเลี้ยง; เลี้ยงดู