Informatie over het woord aanzuren (Nederlands → Esperanto: acidigi)

Synoniemen: verzuren, zuren, zuur maken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanzyːrə(n)/
Afbrekingaan·zu·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zuur aan(ik) zuurde aan
(jij) zuurt aan(jij) zuurde aan
(hij) zuurt aan(hij) zuurde aan
(wij) zuren aan(wij) zuurden aan
(jullie) zuren aan(jullie) zuurden aan
(gij) zuurt aan(gij) zuurdet aan
(zij) zuren aan(zij) zuurden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanzure(dat ik) aanzuurde
(dat jij) aanzure(dat jij) aanzuurde
(dat hij) aanzure(dat hij) aanzuurde
(dat wij) aanzuren(dat wij) aanzuurden
(dat jullie) aanzuren(dat jullie) aanzuurden
(dat gij) aanzuret(dat gij) aanzuurdet
(dat zij) aanzuren(dat zij) aanzuurden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zuur aanzuurt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanzurend, aanzurende(hebben) aangezuurd

Voorbeelden van gebruik

Verwarm het tweede buisje een weinig, zuur daarna de vloeistof met verdund salpeterzuur aan en voeg enige druppels zilvernitraatoplossing toe.

Vertalingen

Catalaansacidificar
Duitssauer machen; säuern; ansäuern
Engelsacidify
Esperantoacidigi
Fransacidifier; aigrir; faire aigrir; rendre acide
Portugeesazedar