Informatie over het woord uitzitten (Nederlands → Esperanto: pasigi ĝisfine)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯̯tsɪtə(n)/
Afbrekinguit·zit·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zit uit(ik) zat uit
(jij) zit uit(jij) zat uit
(hij) zit uit(hij) zat uit
(wij) zitten uit(wij) zaten uit
(jullie) zitten uit(jullie) zaten uit
(gij) zit uit(gij) zat uit
(zij) zitten uit(zij) zaten uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitzitte(dat ik) uitzate
(dat jij) uitzitte(dat jij) uitzate
(dat hij) uitzitte(dat hij) uitzate
(dat wij) uitzitten(dat wij) uitzaten
(dat jullie) uitzitten(dat jullie) uitzaten
(dat gij) uitzittet(dat gij) uitzatet
(dat zij) uitzitten(dat zij) uitzaten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zit uitzit uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitzittend, uitzittende(hebben) uitgezeten

Voorbeelden van gebruik

Veel jaren van zijn leven had hij achter tralies doorgebracht, maar op dat tijdstip was hij een vrij man na een uitgezeten straf.
Hij zit in Peru een straf van 28 jaar uit voor de moord op Stephany Flores.
Ildefonse, wat heb je te zeggen voordat je twintig aeonen gaat uitzitten op een zekere plek die ik ken?

Vertalingen

Afrikaansuitdien
Esperantopasigi ĝisfine