Informatie over het woord verordonneren (Nederlands → Esperanto: ordoni)

Synoniemen: bevelen, bevel geven, gebieden, gelasten, sommeren, verordenen, voorschrijven, ordonneren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərɔrdɔˈnerə(n)/
Afbrekingver·or·don·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verordonneer(ik) verordonneerde
(jij) verordonneert(jij) verordonneerde
(hij) verordonneert(hij) verordonneerde
(wij) verordonneren(wij) verordonneerden
(jullie) verordonneren(jullie) verordonneerden
(gij) verordonneert(gij) verordonneerdet
(zij) verordonneren(zij) verordonneerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verordonnere(dat ik) verordonneerde
(dat jij) verordonnere(dat jij) verordonneerde
(dat hij) verordonnere(dat hij) verordonneerde
(dat wij) verordonneren(dat wij) verordonneerden
(dat jullie) verordonneren(dat jullie) verordonneerden
(dat gij) verordonneret(dat gij) verordonneerdet
(dat zij) verordonneren(dat zij) verordonneerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verordonneerverordonneert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verordonnerend, verordonnerende(hebben) verordonneerd

Vertalingen

Afrikaansbeveel
Catalaansmanar; ordenar
Duitsanordnen; befehlen; gebieten; verordnen; vorschreiben
Engelsorder
Esperantoordoni
Faeröersskipa fyri
Finskäskeä
Franscommander; enjoindre; ordonner; sommer
Luxemburgsbefielen; virschreiwen
Poolsrozkazywać
Portugeesdar ordem; mandar; ordenar; prescrever
Roemeenscomanda; ordona
Russischвелеть; приказать; приказывать
Saterfriesanoardenje; befeele; feroardenje; foarschrieuwe; foarskrieuwe; gebjoode
Spaansmandar; ordenar
Thaisสั่ง
Westerlauwers Friesbefelje
Zweedsbefalla; påbjuda