Informatie over het woord toelichten (Nederlands → Esperanto: klarigi)

Synoniemen: beduiden, duidelijk maken, expliceren, klaren, ophelderen, verhelderen, verklaren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtulɪxtə(n)/
Afbrekingtoe·lich·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) licht toe(ik) lichtte toe
(jij) licht toe(jij) lichtte toe
(hij) licht toe(hij) lichtte toe
(wij) lichten toe(wij) lichtten toe
(jullie) lichten toe(jullie) lichtten toe
(gij) licht toe(gij) lichttet toe
(zij) lichten toe(zij) lichtten toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toelichte(dat ik) toelichtte
(dat jij) toelichte(dat jij) toelichtte
(dat hij) toelichte(dat hij) toelichtte
(dat wij) toelichten(dat wij) toelichtten
(dat jullie) toelichten(dat jullie) toelichtten
(dat gij) toelichtet(dat gij) toelichttet
(dat zij) toelichten(dat zij) toelichtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
licht toelicht toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toelichtend, toelichtende(hebben) toegelicht

Voorbeelden van gebruik

„Laat ik naar zijn woning gaan,” zei De Bracy, „en hem de wensen van uwe hoogheid toelichten.”

Vertalingen

Afrikaansverduidelik
Catalaansaclarir; explicar
Deensforklare
Duitsdarlegen; einleuchten; erklären; erläutern; klarmachen; klarlegen; deutlich machen; verständlich machen; aufklären
Engelselucidate
Esperantoklarigi
Faeröersgreiða
Fransdévelopper; expliquer
IJslandsþýða
Italiaansspiegare
Jiddischפֿאַרטײַטשן
Latijnacclarare
Luxemburgsexplizéieren
Maleismenyatakan; terand
Papiamentsaklará; splika
Poolswyjaśniać
Portugeesexplicar
Roemeensclarifica
Russischобъяснять
Saterfriesärkläärje; deerlääse; ferkloorje; ienljuchte
Spaansaclarar; explicar
Tsjechischobjasnit; vysvětlit; vysvětlovat
Turksaçıklamak; anlatmak
Westerlauwers Friesferklearje
Zweedsförklara; utlägga