Information du mot opsteken (néerlandais → espéranto: ekbruligi)

Synonymes: aanleggen, aanmaken, aansteken, doen ontbranden, in brand steken, ontsteken, stoken, in de hens zetten

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɔpstekə(n)/
Césureop·ste·ken

Exemples d’usage

Dad deed Joost, en toen heer Bommel na het eten bij de haard een pijp had opgestoken bracht hij de port binnen, zoals zijn gewoonte was.
Ze stak een sigaret op en bestudeerde hem.
Bond stak nog een sigaret op.
Hij kon hem niet opsteken.

Traductions

afrikaansaan die brand steek; aan brand steek
allemandin Brand stecken; anzünden; anstecken; entfachen
anglaislight
anglais (vieil anglais)ontendan
catalanencendre
danoistænde
espagnolencender
espérantoekbruligi; fajrigi
françaisallumer; enflammer
frison occidentaloansette; opstekke
frison saterlandounstikke
hawaiienhōʻā
hongroismeggyújt
italienaccendere
papiamentosende
portugaisacender
suédoisantända