Informo pri la vorto complotteren (nederlanda → esperanto: komploti)

Sinonimoj: een complot smeden, samenspannen

Vortspecoverbo
Prononco/kɔmplɔˈterə(n)/
Dividocom·plot·te·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) complotteer(ik) complotteerde
(jij) complotteert(jij) complotteerde
(hij) complotteert(hij) complotteerde
(wij) complotteren(wij) complotteerden
(jullie) complotteren(jullie) complotteerden
(gij) complotteert(gij) complotteerdet
(zij) complotteren(zij) complotteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) complottere(dat ik) complotteerde
(dat jij) complottere(dat jij) complotteerde
(dat hij) complottere(dat hij) complotteerde
(dat wij) complotteren(dat wij) complotteerden
(dat jullie) complotteren(dat jullie) complotteerden
(dat gij) complotteret(dat gij) complotteerdet
(dat zij) complotteren(dat zij) complotteerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
complotteercomplotteert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
complotterend, complotterende(hebben) gecomplotteerd

Uzekzemploj

Mensen die op daken staan te complotteren zouden eraan moeten denken niet al te hard te spreken.

Tradukoj

anglaplot
esperantokomploti; fari komploton
germanaein Komplott schmieden; sich verschwören; konspirieren
katalunaconspirar
papiamentokonspirá
portugalaconspirar