Informo pri la vorto volladen (nederlanda → esperanto: plenigi)

Sinonimoj: dempen, spekken, stoppen, vólmaken, vullen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈvɔladə(n)/
Dividovol·la·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) laad vol(ik) laadde vol
(jij) laadt vol(jij) laadde vol
(hij) laadt vol(hij) laadde vol
(wij) laden vol(wij) laadden vol
(jullie) laden vol(jullie) laadden vol
(gij) laadt vol(gij) laaddet vol
(zij) laden vol(zij) laadden vol
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) vollade(dat ik) vollaadde
(dat jij) vollade(dat jij) vollaadde
(dat hij) vollade(dat hij) vollaadde
(dat wij) volladen(dat wij) vollaadden
(dat jullie) volladen(dat jullie) vollaadden
(dat gij) volladet(dat gij) vollaaddet
(dat zij) volladen(dat zij) vollaadden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
laad vollaadt vol
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
volladend, volladende(hebben) volgeladen

Uzekzemploj

Ik zuchtte, laadde een blad vol met koffie en sandwiches en nam het mee naar de slaapkamer.
Hij was weldra volgeladen met al de kisten van mijn oom.

Tradukoj

albanambush
anglafill; fill in; fill up; imbue; permeate
danafylde
esperantoplenigi
feroafylla
francacompléter
germanaausfüllen; erfüllen; füllen
hispanallenar
islandafylla
latinoopplere
malajaisi; mengisi
okcidenta frizonafolje
papiamentoyena
polawypełnić
portugalacompletar; encher
saterlanda frizonaful moakje; uutfälle
skota gaelalìon
surinamafuru
svedafylla; ifylla; uppfylla
tajaใส่; ถม