Informatie over het woord ze (Nederlands → Esperanto: <ili, ina>)

Woordsoortpersoonlijk voornaamwoord
Uitspraak/zə/
Afbrekingze
Genitiefhunner /ˈhʏnər/
Datiefze /zə/, haar /har/, /ər/, ’r /ər/, d’r /dər/
Accusatiefze, haar, ’r, d’r

Voorbeelden van gebruik

Ze hadden het allen te druk met hun bezigheden.
Ze waren tachtig, maar zagen er ouder uit dan Stonehenge.
Kwamen die nou voor wat ik dacht dat ze kwamen?

Vertalingen

Esperanto<ili, ina>