Informatie over het woord overstijgen (Nederlands → Esperanto: superi)

Synoniemen: overkómen, overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven, te boven komen, doorwórstelen, surpasseren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈstɛi̯ɣə(n)/
Afbrekingover·stij·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) overstijgt(hij) oversteeg
(zij) overstijgen(zij) overstegen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) overstijge(dat hij) oversteege
(dat zij) overstijgen(dat zij) oversteegen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overstijgend, overstijgende(hebben) overstegen

Voorbeelden van gebruik

De 39,4 miljoen euro aan uitgaven vorig jaar overstijgen zelfs die van de Britse koninklijke familie.

Vertalingen

Catalaanssuperar
Deensovergå
Duitsbewältigen; überflügeln; übersteigen; überragen; übertreffen
Engelssurpass
Esperantosuperi
Fransdépasser; dominer; maîtriser; surmonter
Latijnantepollere; antestare; antevenire; superare
Papiamentsbit; superá
Poolsprzewyższać
Portugeesexceder; ser superior; superar; suplantar
Saterfriesuurraagje; uurträffe; uurtwinge; uurwinne
Spaansaventajar; superar
Thaisเหนือ
Tsjechischpředčit; předstihnout; překonat; převýšit
Zweedsöverstiga; överträffa