Informatie over het woord lesgeven (Nederlands → Esperanto: doni lecionojn)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɛsxevə(n)/
Afbrekingles·ge·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) lesgeef (ik) lesgaf
(jij) lesgeeft (jij) lesgaf
(hij) lesgeeft (hij) lesgaf
(wij) lesgeven (wij) lesgaven
(jullie) lesgeven (jullie) lesgaven
(gij) lesgeeft (gij) lesgaaft
(zij) lesgeven (zij) lesgaven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) lesgeve(dat ik) lesgave
(dat jij) lesgeve(dat jij) lesgave
(dat hij) lesgeve(dat hij) lesgave
(dat wij) lesgeven(dat wij) lesgaven
(dat jullie) lesgeven(dat jullie) lesgaven
(dat gij) lesgevet(dat gij) lesgavet
(dat zij) lesgeven(dat zij) lesgaven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
geef lesgeeft les
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
lesgevend, lesgevende(hebben) lesgegeven

Voorbeelden van gebruik

Op de scholen wordt lesgegeven in het Thai en deze taal wordt dan ook door vrijwel iedereen gesproken.

Vertalingen

Esperantodoni lecionojn