Informatie over het woord Lissabons (Nederlands → Esperanto: lisbona)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈlɪsabɔns/
AfbrekingLis·sa·bons

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudLissabonse
Onzijdig enkelvoudLissabons
MeervoudLissabonse
BepaaldLissabonse
PartitiefLissabons

Voorbeelden van gebruik

Hij was op tijd op de luchthaven van Lissabon, bestelde een port en wachtte op een van de terrassen, gekoesterd door de heerlijke Lissabonse zon.

Vertalingen

Esperantolisbona