Informatie over het woord rijgen (Nederlands → Esperanto: duonkudri)

Synoniem: vastrijgen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɛi̯ɣə(n)/
Afbrekingrij·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rijg(ik) reeg
(jij) rijgt(jij) reeg
(hij) rijgt(hij) reeg
(wij) rijgen(wij) regen
(jullie) rijgen(jullie) regen
(gij) rijgt(gij) reegt
(zij) rijgen(zij) regen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rijge(dat ik) rege
(dat jij) rijge(dat jij) rege
(dat hij) rijge(dat hij) rege
(dat wij) rijgen(dat wij) regen
(dat jullie) rijgen(dat jullie) regen
(dat gij) rijget(dat gij) reget
(dat zij) rijgen(dat zij) regen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rijgrijgt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rijgend, rijgende(hebben) geregen

Vertalingen

Duitsheften
Engelsbaste
Esperantoduonkudri