Informo pri la vorto betrekken (nederlanda → esperanto: aĉeti)

Sinonimoj: aankopen, aanschaffen, afnemen, inkopen, kopen, overnemen, zich kopen, zich aanschaffen

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈtrɛkə(n)/
Dividobe·trek·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) betrek(ik) betrok
(jij) betrekt(jij) betrok
(hij) betrekt(hij) betrok
(wij) betrekken(wij) betrokken
(jullie) betrekken(jullie) betrokken
(gij) betrekt(gij) betrokt
(zij) betrekken(zij) betrokken
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) betrekke(dat ik) betrokke
(dat jij) betrekke(dat jij) betrokke
(dat hij) betrekke(dat hij) betrokke
(dat wij) betrekken(dat wij) betrokken
(dat jullie) betrekken(dat jullie) betrokken
(dat gij) betrekket(dat gij) betrokket
(dat zij) betrekken(dat zij) betrokken
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
betrekbetrekt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
betrekkend, betrekkende(hebben) betrokken

Uzekzemploj

En ook zij hebben hun biljetten via u betrokken?

Tradukoj

afrikansokoop
anglabuy; purchase; take over
angla (malnovangla)bycgan; ceapian
ĉeĥakoupiti
danakøbe
esperantoaĉeti
feroakeypa
finnaostaa
francaacheter; acquérir
germanakaufen; sich kaufen; einkaufen; abkaufen; lösen
grekaαγοράξω
hispanacomprar; procurarse
hungaravásárol; vesz
islandakaupa
italacomperare; comprare
jidaקױפֿן
katalunacomprar
latinoemere
luksemburgiakafen
malajabeli; membeli
norvegakjøpe
okcidenta frizonaoanhannelje; oankeapje; oanriede; oantuge; keapje
papiamentokumpra
platgermanakoupen; köypen
polakupić
portugalacomprar
rumanacumpăra
rusaкупить; покупать
saterlanda frizonakoopje; sik koopje
skotacoff; buy
skota gaelaceannaich
surinamabay
svahilo‐nunua
svedaanskaffa; köpa
tajaซื้อ
turkaalmak; satın almak