Informo pri la vorto voorzetten (nederlanda → esperanto: prezenti)

Sinonimoj: aanbieden, voorschotelen, bieden, doen, indienen, optreden, presenteren, spelen, vertonen, voorstellen, brengen, inbrengen, offreren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈvorzɛtə(n)/
Dividovoor·zet·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zet voor(ik) zette voor
(jij) zet voor(jij) zette voor
(hij) zet voor(hij) zette voor
(wij) zetten voor(wij) zetten voor
(jullie) zetten voor(jullie) zetten voor
(gij) zet voor(gij) zettet voor
(zij) zetten voor(zij) zetten voor
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) voorzette(dat ik) voorzette
(dat jij) voorzette(dat jij) voorzette
(dat hij) voorzette(dat hij) voorzette
(dat wij) voorzetten(dat wij) voorzetten
(dat jullie) voorzetten(dat jullie) voorzetten
(dat gij) voorzettet(dat gij) voorzettet
(dat zij) voorzetten(dat zij) voorzetten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zet voorzet voor
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
voorzettend, voorzettende(hebben) voorgezet

Uzekzemploj

Glawen en Kirdy namen plaats aan de rand van de tuin en kregen een maaltijd voorgezet van uitstekende kwaliteit.
Je kunt nooit weten wat ze je hier in de provincie voorzetten, dacht ik bij mezelf.

Tradukoj

afrikansooptree
anglaconstitute; introduce; offer; perform; play; present; reenact; render; represent; tender; lodge; serve up
danaforestille; præsentere; servere; udføre
esperantoprezenti
feroabera fram; kunna; nevna; vísa
finnaesittää
francaoffrir; présenter
germanaaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
hispanapresentar; representar; retratar
islandakynna
italapresentare
katalunapresentar
norvegapresentere
okcidenta frizonaoanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
papiamentopresentá
platgermanapresenteren; vöärstellen
polaprzedstawiać
portugalaapresentar; oferecer
rumanaintroduce; prezenta
saterlanda frizonaanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
svedapresentera
tajaถวาย; แนะนำ; ยื่น