Informasie oor die woord consensus (Nederlands → Esperanto: konsento)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/kɔnˈsɛnsəs/, /kɔnˈsɛnsɵs/
Afbrekingcon·sen·sus
Geslagmanlik

Voorbeelde van gebruik

Ik verwoord slechts de consensus.
De consensus is dat hij waarschijnlijk een medische procedure heeft ondergaan, maar er valt niets met zekerheid te zeggen.

Vertalinge

Deensenighed
DuitsEinigkeit; Eintracht; Zustimmung; Einverständnis; Einwilligung; Konsens
Engelsagreement
Esperantokonsento; samopiniiĝo
Faroëessamlyndi
Italiaansaccordo
Poolszgoda
Portugeesconsenso; consentimento
SaterfriesEenegaid
Spaansdeclaración