Informatie over het woord doodbijten (Nederlands → Esperanto: mordmortigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdodbɛi̯tə(n)/
Afbrekingdood·bij·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bijt dood(ik) beet dood
(jij) bijt dood(jij) beet dood
(hij) bijt dood(hij) beet dood
(wij) bijten dood(wij) beten dood
(jullie) bijten dood(jullie) beten dood
(gij) bijt dood(gij) beet dood
(zij) bijten dood(zij) beten dood
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doodbijte(dat ik) doodbete
(dat jij) doodbijte(dat jij) doodbete
(dat hij) doodbijte(dat hij) doodbete
(dat wij) doodbijten(dat wij) doodbeten
(dat jullie) doodbijten(dat jullie) doodbeten
(dat gij) doodbijtet(dat gij) doodbetet
(dat zij) doodbijten(dat zij) doodbeten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bijt doodbijt dood
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doodbijtend, doodbijtende(hebben) doodgebeten

Voorbeelden van gebruik

Een 20‐jarige man is donderdag in de baai van Kaapstad door een haai doodgebeten.
Het aantal meldingen van schapen dat in Nederland door wolven is doodgebeten, is fors toegenomen.

Vertalingen

Esperantomordmortigi; mortmordi