Information du mot 'wegschrapen' [dut] (epo: forskrapi)

Synonymes: uitkrabben, uitvegen, uitvlakken, wegkrabben, wegschrappen

Conjugaison

Indicatif
Présent	Passé
(ik) schraap weg	(ik) schraapte weg
(jij) schraapt weg	(jij) schraapte weg
(hij) schraapt weg	(hij) schraapte weg
(wij) schrapen weg	(wij) schraapten weg
(jullie) schrapen weg	(jullie) schraapten weg
(gij) schraapt weg	(gij) schraaptet weg
(zij) schrapen weg	(zij) schraapten weg
Subjonctif
Présent	Passé
(dat ik) wegschrape	(dat ik) wegschraapte
(dat jij) wegschrape	(dat jij) wegschraapte
(dat hij) wegschrape	(dat hij) wegschraapte
(dat wij) wegschrapen	(dat wij) wegschraapten
(dat jullie) wegschrapen	(dat jullie) wegschraapten
(dat gij) wegschrapet	(dat gij) wegschraaptet
(dat zij) wegschrapen	(dat zij) wegschraapten
Impératif
Singulier/Pluriel	Pluriel
schraap weg	schraapt weg
Participes
Participe présent	Participe passé
wegschrapend, wegschrapende	(hebben) weggeschraapt