Ynformaasje oer it wurd óverleggen (Nederlânsk → Esperanto: montri)

Synonimen: laten zien, tentoonspreiden, tonen, uitwijzen, vertonen, wijzen naar

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈovərlɛɣə(n)/
Ofbrekingover·leg·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) leg over(ik) legde over
(jij) legt over(jij) legde over
(hij) legt over(hij) legde over
(wij) leggen over(wij) legden over
(jullie) leggen over(jullie) legden over
(gij) legt over(gij) legdet over
(zij) leggen over(zij) legden over
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overlegge(dat ik) overlegde
(dat jij) overlegge(dat jij) overlegde
(dat hij) overlegge(dat hij) overlegde
(dat wij) overleggen(dat wij) overlegden
(dat jullie) overleggen(dat jullie) overlegden
(dat gij) overlegget(dat gij) overlegdet
(dat zij) overleggen(dat zij) overlegden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
leg overlegt over
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overleggend, overleggende(hebben) overgelegd

Foarbylden fan gebrûk

Er werden geen officiële rapporten overgelegd bij deze gelegenheid.
Hij kon de beste referenties overleggen.
U weet dat de getuigschriften die hij overgelegd heeft, vervalsingen waren?